Verhuizen naar Portugal, voor veel mensen was het niet echt een verrassing dat we het gingen doen, al was het misschien wat sneller dan verwacht. Want de droom, de voorbereiding, dat was al iets van langere tijd.

Het begon eigenlijk al ruim 20 jaar terug. Af en toe keken we naar huizen buiten Nederland. Nog niet bijzonder serieus, en eigenlijk ook nog niet naar specifieke landen. We lieten een keer beelden van een huis komen uit de Haute Savoie in Frankrijk, op vakantie in Egypte keken we naar de bouw van villa’s in El Gouna. Kijken, en serieus was het niet echt, andere dingen hadden prioriteit, zeker nadat we in 2006 ons huis in Almere kochten.

Zowel Maureen als ik wilden allebei een keertje op vakantie naar Portugal, we waren er in de late jaren ’70 allebei geweest en hadden nog mooie herinneringen. Uiteindelijk resulteerde dat begin 2007 in het boeken van 2 weken vakantie in de Alentejo, terra incognita nog voor ons. Begin september, in onze oude Mercedes, reden we naar het warme zuiden. Met allebei de slechte wegen nog in ons hoofd die er, net na de val van de dictatuur, in de jaren ’70 nog waren. Hoe viel dat mee toen we eenmaal de grens bij Vilar Formosa overwaren. Stille, prima snelwegen brachten ons naar het zuiden. Okay, de binnenwegen waren nog wel van wat mindere kwaliteit, maar reden vlot door. Te vlot, want om niet te vroeg op Monte do Casarao aan te komen overnachten we nog maar even bij Santarem.

Monte do Casarao, 2011

De aankomst, inclusief lekke band op het moment dat we de auto hier parkeerden, was een warm bad. Niet alleen de ontvangst door onze gastheren en -dames, Wynand, Nel en Lies en Bas, ook de natuur, de stilte, de geuren. En bij het wegrijden 2 weken later wisten we al, hier gaan we zeker nog een keer terug, en snel ook. Little did we know dat we niet één keer, maar nog 25 keer zouden terugkomen. In de zomer, de winter, het voorjaar en de vroege herfst. Elk seizoen bood zijn eigen genoegens, van de oranje zomerwarmte tot de staalblauwe winterluchten met de kerst.

Toen ook onze honden zich er steeds meer thuis gingen voelen, we zelfs Portugese honden kregen, begon het steeds meer te kriebelen. Portugal leek best een land waar we, na onze pensionering, zouden willen wonen. Maar pensionering was nog jaren weg, dus bleef het bij verre dromen en -steeds langer- genieten van vakanties. Van drukke toeristische vakanties, met veel bekijken, werd het steeds meer rustige uitrustvakanties, waarbij we genoten van het eten, wandelen, lezen, onze nieuwe Portugese vrienden, de honden en elkaar.

Twee keer per jaar waren we er, in totaal vijf weken. We leerden wat Portugees, we aten steeds inheemser, we leerden de gebruiken kennen, het land, en nadat we besloten om niet alleen op het vaste vakantieadres te blijven, maar Portugal in de heen- en terugreis ook steeds meer via binnenwegen te doorkruisen (scheelde ook weer tol), leerden we ook de andere delen van het land kennen. Van noord naar zuid en omgekeerd, soms langs de kust, soms door het midden, soms tegen de Spaanse grens aan. En elke route, elk gebied, had zijn eigen bekoring. Van Lissabon tot Porto, van Tras-os-Montes tot de Algarve. Op ons lijstje van droombestemmingen stond Portugal bovenaan, met Frankrijk en Spanje als gedeelde tweede. Een derde plek was er eigenlijk niet….

Desondanks, de zwakke huizenmarkt, de gewone noodzaak tot werken, echt serieus waren de dromen nog niet. Al viel het ons elke keer zwaarder Portugal te verlaten en weer naar Nederland te gaan. De makelaarsfolders bekeken we, en elk leuk plekje met “Vende se”(Te koop) viel ons onderweg op. Heel soms gingen we zo’n plekje zelfs van dichtbij bekijken, maar veel meer dan vage dromen, nee, nog niet.

Totdat…. (en dat is voor de volgende keer)

Je kan misschien ook genieten van: