We zijn in Nederland (en eigenlijk bijna heel Europa) gewend dat de dagen namen hebben. Zo is het vandaag dinsdag, en die wordt gevolgd door woensdag. Tuesday en Wednesday, Dinstag en Mittwoch (die wijkt een beetje af, “middenweek”), mardi en mercredi in het Frans, het Spaans kent Martes en Miercoles. En het Portugees? niets van dat alles…
Als ongeveer enige land in Europa kent Portugal geen namen voor de dagen van de week. En dat komt voort uit het Jodendom (aldus een zeer lezenswaardig artikel in het Reformatorishc Dagblad in 1980 van B. Moree). Want ook de Joden hadden geen namen voor hun dagen, maar nummerden die simpelweg. Met één uitzondering, de Sabbat. Heel erg grofweg komt de sabbat overeen met de zaterdag. (Iets preciezer, vrijdag van zonsondergang tot de zonsondergang op zaterdag, maar ja, een kniesoor). En de Portugezen namen deze Joodse traditie moeiteloos over, Sabado, Sabbatdag.

Maar ja, als goed katholiek land moest er iets Christelijks in, dus werd de dag die wij Nederlanders (en Duitsers, Belgen en Engelsen) kennen als zondag genoemd naar God, de Dag des Heren. Oftewel Domingo. Tevens de dag dat de mis, de Feira, werd opgedragen.

En dan komt de maandag. In Portugal is men gewoon net als de Joden blijven tellen, Segunda Feira, zeg maar de tweede dag van de mis (Feira is ook een woord voor jaarmarkt of feest, feesten begonnen traditioneel, net als Carnaval, na de mis op zondag. Dus maandag, de tweede dag van het feest, werd Segunda-feira.

En in die trant gingen ze gewoon voort. Dinsdag werd Terça-feira, Woensdag Quarta-feira, Donderdag Quinta-feira den dan Vrijdag Sexta-feira. Op zich niets lastigs aan, al moet je even wennen dat Maandag de tweede dag is. Dus als iemand hier een afspraak met ons maakt moeten we altijd even tellen, en met regelmaat vergissen we ons in de woensdag, Quatra-feira. Elke keer maken we daar weer donderdag van.

Wel geheel naar Nederlandse maatstaven is de voorliefde voor het weekeinde. Zo rond twaalf uur op vrijdag maak je je populair door iemand een “Bom fim de semana”, een goed einde van de week, toe te wensen. Want ja, op Segunda-feira moet er weer gewerkt worden (al werken veel Portugezen op zaterdag gewoon door, en op zondag zijn veel winkels gewoon de hele dag open, en niet zoals bijvoorbeeld in Frankrijk tot half één).

De maanden van het jaar, os meses do anno, zijn dan weer wel heel gewoon en klinken bijna Nederlands.

januarijaneiro
februarifevereiro
maartmarço
aprilabril
meimaio
junijunho
julijulho
augustusagosto
septembersetembro
oktoberoutubro
novembernovembro
decemberdezembro

Combineer de dagen met de maanden, en je komt uit op Portugese feestdagen. En dat zijn er best wel wat. Veelal religieus geinspireerd, of op belangrijke historische gebeurtenissen. Winkels zijn dan regelmatig dicht (alhoewel supermarkten dat zelden zijn). Voor komend jaar is het lijstje:

  • 1 januari (zaterdag): nieuwjaarsdag (Ano Novo)
  • 15 april (vrijdag): Goede Vrijdag (Sexta-feira Santa)
  • 17 april (zondag): Paaszondag
  • 25 april (maandag): Vrijheidsdag (Dia da Liberdade)
  • 1 mei (zondag): Dag van de Arbeid (Dia do Trabalhador)
  • 10 juni (vrijdag): Nationale feestdag Portugal ( Dia de Portugal )
  • 16 juni (donderdag): Corpus Christi (Corpo de Deus)
  • 15 augustus (maandag): Hemelvaart van Maria (Assunção de Nossa Senhora)
  • 5 oktober (woensdag): Dag van de Republiek (Implantação da República)
  • 1 november (dinsdag): Allerheiligen (Todos os Santos)
  • 1 december (donderdag): Herstel van de Onafhankelijkheidsdag ( Restauração da Independência )
  • 8 december (donderdag): Onbevlekte Ontvangenis (Imaculada Conceição)
  • 25 december (zondag): eerste kerstdag (Natal)

Dat zijn althans de officiele landelijke feestdagen, want per regio, en zeker per dorp, zijn er nog allemaal andere feestdfagen, vaak rondom de lokale beschermheilige (Sao Estevao lijkt die van Povoa de Atalaia te zijn, overigens, Povoa betekent gewoon “dorp”, dus feitelijk Atalaia-Dorp, terwijl Atalaia do Campo zich laat verttalen als Atalaia-platteland). Sao of Santo Estevao, de Heilige Stefanus, was de eerste Christelijke martelaar. Zijn beeld staat bij het inrijden van het dorp. Zijn jaarlijkse feest is in september.

De heilige Stefanus

In januari, en dat hebben we gemist, is er hier het feest van de pausen. Opnieuw gebaseerd op een legende.

Volgens de legende was de regio in de oudheid het slachtoffer van een sprinkhanenplaag. De bevolking van Póvoa de Atalaia, toegewijden van São Sebastião, probeerden de patroonheilige te beloven het dorp te sparen en de gewassen te beschermen, die voornamelijk uit granen bestonden. In ruil daarvoor zouden ze carolo-pap en coscoréis aanbieden, gemaakt met wat het resultaat was van de bewaarde gewassen. Er wordt ook gezegd dat alle aangrenzende landen zijn bezweken aan de pest, maar dat Póvoa de Atalaia werd gespaard en dat de ratten “door een wonder” stierven voor de deur van de kapel van São Sebastião in het dorp. Het werd vervolgens aan de bewoners overgelaten om hun belofte na te komen, wat op de derde zondag in januari gebeurt.

Zo is jaar na jaar de helft van de huishoudens verantwoordelijk voor het bereiden van de carolo-pap en verdeelt de fontein, in het centrum van het dorp, de wijken die beurtelings in groepen van 25 het feest voorbereiden. gezinnen. Na de mis paraderen de 25 butlers, met manden op hun hoofd, in processie naar de kapel van de patroonheilige, waar de pausen worden gezegend en uitgedeeld aan de hele bevolking. Dan zijn het de mannen die in dienst treden, gekleed in linnen doeken geborduurd op hun schouders en met behulp van kleine tafelkleden ook versierd met linnen, verdelen ze de in stukken gesneden pap onder de aanwezigen.

Bij die kapel overigens, spreken wij altijd af met mensen die iets komen brengen, of bij ons moeten zijn. Vanaf daar ben je vrij snel bij ons huis, en de kapel is makkelijk te vinden. Overigens niet echt een bijzonder gebouw, maar we zijn er nog niet in geweest.

Kaasfeest in Soalheira

Naast religieuze feesten zijn er ook volop feestdagen gewijd aan belangrijke (streek)producten. Fundao kent het kersenfeest (ergens in juni), net als Covilha. Er is het feest van de honing, van de ham, van de Plangaio en Maranho (lokale specialiteiten uit Proenca de Nova), de wilde asperge, van de kaas (uiteraard in Soalheira), nu ja, en nog een aantal producten. Het merendeel van deze feesten moet nog komen, maar gastronomisch zullen we er zeker gaan kijken. Voor wie in de buurt is, de agenda staat hier: https://www.viralagenda.com/pt/castelo-branco/markets-fairs

Kortom, in Portugal is het best wel vaan tijd voor een feestje…

Je kan misschien ook genieten van: