Een nieuw kasteel, voor Almeerders klinkt dat wellicht als de langjarige nachtmerrie daar. Hier vlakbij ligt het plaatsje Castelo Novo, hetgeen ook nieuw kasteel betekent. Ook een recent idee voor een trouwlocatie? Nee, een kasteel uit 1208, herbouwd na de zware aardbeving in 1755. Maar zelfs in 1208 (sommigen noemen 1202) was er blijkbaar in de buurt al een ouder kasteel, inmiddels verlaten, dus noemden ze het kasteel, en later het plaatsje ook, maar Castelo Novo…
Er is dus bijna niets nieuws te vinden in dit kleine plaatsje, halverwege de berghellingen van de Serra de Gardunha gelegen. Vanaf de inmiddels weer ingestorte kasteeltoren kijk je over de vlaktes uit, inderdaad, over Povoa de Atalaia, en ergens zouden we ons huis moeten zien. Heel in de verte, want vanaf ons terras zien we het kasteel liggen. Maar Castelo Novo is meer dan een oud nieuw kasteel, het is een schitterend plaatsje met overwegend granieten huizen, de meeste wonderwel gerestaureerd. Smalle straatjes, de meeste te smal voor alles breder dan een oorspronkelijke Fiat 500, slingeren vrij steil omhoog richting het kasteel. Eerlijk is eerlijk, voor wie wat minder sportief is zijn sommige straatjes, standaard voorzien van een soort klinkertjes, een behoorlijke barrière, zelfs met de huidige temperaturen zo rond de 14 graden (en zon) was het echt af en toe even uitpuffen.
Maar tijdens dat uitpuffen heb je dan wel tijd om naar alle huisjes, de doorkijkjes, de details in de woningen en de bergen vlakbij te kijken. En dat verveelt geen moment.
Reiswebsites zijn overwegend lyrisch over het plaatsje. “Het dorp Castelo Novo, gebouwd op de top van een heuvel blootgesteld aan de rotsen van Serra da Gardunha, is gerelateerd aan de eerste jaren van de Portugese onafhankelijkheid. In 1208, tijdens het bewind van koning Sancho I, gaf Pedro Guterres dit land, dat aan hem toebehoorde, in zijn testament aan de Tempeliers en er wordt aangenomen dat rond deze tijd het kasteel al werd gebouwd. Een paar decennia later gaf koning Don Dinis opdracht om de structuur van het kasteel te vernieuwen en daardoor kreeg het fort van Castelo Novo zijn gotische stijl die het nog steeds heeft.
Net als veel andere Beirã-steden, groeide Castelo Novo rond de kasteelmuren met smalle straatjes die rond de helling lopen tot ze de donjon bereiken. In het midden valt het stadhuis op met zijn arcades boven het terras op de verdieping. In het midden, en ingebed in de gevel van het stadhuis, is er een monumentale en imposante Johannes V-fontein die de vorst zelf liet bouwen. Ervoor staat een Manuelijnse pelourinho die het midden van het plein markeert en verder vind je de kerk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Genade, waarvan de witte muren contrasteren met de barokke vorm van de ramen en granieten deuren.”
Castelo Novo is gelegen aan de Alpreade, de rivier die ontspringt in de Gardunha en vlak langs ons terrein stroomt, om uiteindelijk via nog een andere rivier in de Taag uit te stromen. Het heldere water stroomt uit twee fonteinen in het stadje (en is drinkbaar, al wordt het niet gecontroleerd). Net buiten het plaatsje ligt een fraai rivierstrand waar je ’s zomers ook in de Alpreade kunt zwemmen.
Voor de wandelaars kent Castelo Novo meerdere kortere en langere wandelingen. Bedenk wel, je bent in behoorlijk steile bergen. De historische rondwandeling is “maar” 2,7 kilometer lang, maar kost je 2 uur. Vooral door de flinke klimmetjes die er zijn. Geen aanrader voor ongeoefende wandelaars. Maar de historische wandeling voert niet alleen langs het kasteel, maar ook door veel straatjes, langs de Alpreade en langs “Hangmans Head”, de plek waar volgens de overlevering ooit de galgen stonden van dit juridisch district. Voor wie betere spieren heeft, is er ook de klim naar het Miradouro de Castelo Velha, 3,5 kilometer. Omhoog de bergen in, dus stevig aanpoten maar.
Castelo Novo ligt ook aan (een van de vele) routes voor pelgrims naar Santiago de Compostela. Deze oostelijk Portugese route (er is ook een kustroute en een route over Coimbra) wordt de Via Nascente genoemd. Castelo Novo is geen overnachtingsplaats, maar een van de plaatsen langs de route tussen het iets lager gelegen Soalheira (beroemd om zijn stinkkaas) en Fundao. Alhoewel het een dagetappe is van maar 19,4 kilometer, zijn de bergpaden steil, en is het een echt lastige etappe. Soalheira ligt op 400 meter hoogte, Fundao op ca. 500, maar net na Castelo Novo voert de klim over een bijna 1000 meter hoge bergkam, dus een stijging van meer dan 600 meter op 12 kilometer.
Voor wie Castelo Novo heeft bezocht, per auto of anderszins, restaurant O Lagardo is een vooral bij Portugezen geliefd restaurant, dat in ieder geval rond lunchtijd (13 uur) behoorlijk vol zit. Het is voor Portugese begrippen ietwat duurder (ter illustratie, soep, hoofdgerecht, nagerecht en koffie, met wijn en frisdrank, kwam op nog geen 45 euro voor ons) maar het is een gezellig restaurant, met vlotte en attente bediening. Het menu staat op een schoolbord bij de ingang, en wie in het Engels wil bestellen komt bedrogen uit, “Wat en Hoe Portugees” is echt nodig. Maar ja, prima eten, zoete nagerechten, ietwat oncomfortabele houten stoelen, en heel aardige bediening. Aanrader dus.